Benoeming AMATEUR VAN HET JAAR 2009

Considerans, uitgesproken door prof.ir. K.H.J. Robers, PAØKLS,
tijdens de Dag voor de Radioamateur te Apeldoorn op 6 november 2010

Mijnheer de voorzitter, dames en heren,

Het Wetenschappelijk Radiofonds Veder kijkt wat er gebeurt in de wetenschap. Ieder jaar zitten wij als bestuur bijeen om te bezien welke wetenschapper het afgelopen jaar briljant onderzoek gedaan heeft op het gebied van radio en aanverwante gebieden. Zo'n wetenschapper kan dan in aanmerking komen voor een prijs van het Vederfonds. Wij lezen daarvoor diverse publicaties en proefschriften om te bezien of daar prijswaardig werk bij zit. U kunt zich voorstellen dat dat niet altijd het geval hoeft te zijn. Dit jaar in januari was dat weer eens een keer zo. De ingediende voorstellen waren zodanig dat wij het niet ècht briljant vonden en er is dus geen prijs uitgereikt. Degenen waar het over gaat weten daar niets van, de voorstellen worden in het geheim ingediend en zo moet het ook gaan. Daardoor kunnen wij besluiten géén prijs uit te reiken en is het niet zo dat de kwaliteit noodgedwongen langzaam terug loopt.

De benoeming van de Amateur van het Jaar verloopt iets anders. Daarvoor krijgen wij een voorstel van het VERON hoofdbestuur. Niet dat het hoofdbestuur dit zelf bedenkt, nee daar heeft zij het veel te druk voor. Besturen moeten ook niet zelf het werk doen, dat moet je uitbesteden. Maar ook hier is dat "geheim". Een klein genootschap, goed ingevoerd in de wereld der zendamateurs buigt zich jaarlijks over de vraag wie het dit keer zal worden. Daarbij worden wisselende criteria aangelegd, zodat het niet altijd contesters, soldeerders of vossenjagers worden.

Het Wetenschappelijk Radiofonds is natuurlijk zeer geïnteresseerd wanneer amateurs zich met de wetenschap bezig houden. De propagatie van radiogolven en de reflectie daarvan tegen de geïoniseerde lagen is een wonderlijk verschijnsel en het ziet er naar uit dat daar nog lang niet alles over gezegd en geschreven is. Maar ook de radiotechniek, het construeren en bouwen van zend- en ontvangtoestellen, is nog voortdurend in beweging. Er ontstaan nieuwe technieken en daarmee nieuwe componenten. Radiozendamateurs zijn er dan vaak als de kippen bij om te bezien hoe ze daarmee andere, misschien wel betere, zenders en ontvangers kunnen maken. De soldeerbout is heet en door experimenteel te proberen de meest optimale configuratie te bereiken komen ze verder dan de theoreticus, die zijn theorie domweg omzet in praktijk. De werkelijke praktijk gedraagt zich namelijk nèt wat anders dan wat er in de meestal vereenvoudigde modellen van de theoreticus is ondergebracht.

Ik heb het hier al wel vaker gezegd, de radiozendamateur gedraagt zich als een wetenschapper. Het belangrijkste kenmerk van de wetenschap is dat de bedrijvers hiervan hun kennis delen met hun collega's. Dat gaat doordat wetenschappers regelmatig publiceren, hun ontdekkingen in tijdschriften en boeken schrijven en ook daarin de ontdekkingen van anderen lezen. Hiervoor hoeft niet betaald te worden. Ja, wel voor het papier, het drukken en de distributie van de tijdschriften, maar niet voor de ideeën en ondekkingen die er in staan. Die zijn gratis.

U herkent dit natuurlijk. Ook in de zendamateurwereld is het gebruikelijk dat de kennis "om niet" aan anderen wordt doorgegeven. Dat is niet altijd zo geweest. In de begintijd waren er schema's voor radio-ontvangers, die verkòcht werden. Voor wie niet zo goed op de hoogte was, zoals beginnende radiobouwers, was het vaak de enige keuze om zo'n schema te kopen en aan de hand daarvan aan de slag te gaan. Met de introductie van verenigingen en tijdschriften op dit gebied werd dat anders. Nu publiceren radiozendamateurs hun wederwaardigheden in tijdschriften als Electron en QST. Daarmee is het radiozendamateurisme een wetenschap geworden. In QST hebben heel belangrijke publicaties gestaan waar nog steeds naar verwezen wordt, bijvoorbeeld over de uitbreiding van radiogolven. Het is de basiskennis.

Intussen wordt de rol van het Internet steeds groter. De hoeveelheid informatie die daarop te vinden is, wordt met de dag groter. Dat is niet alleen maar gunstig. Soms vind je daarop beschouwingen die pertinent onjuist zijn. Degene die het erop gezet heeft meende op dat moment misschien wel dat het waar was, maar er is geen mechanisme waardoor dit soort foutieve informatie verwijderd of gecorrigeerd kan worden. Onder het uiten van dooddoeners in de geest van: "Ach, dat de aarde rond is, is ook maar een mening" blijft alles doodleuk op het web staan.

Ook voor radiozendamateurs staat er veel interessants op het World Wide Web. Vele amateurs hebben daar hun eigen stekkie en plaatsen er hun kennis en ontdekkingen, zodat anderen dat kunnen gebruiken, erop kunnen voortbouwen. Wil je wat weten over WiFi? Natuurlijk zijn er nederlandse zendamateurs, die daar allerlei dingen over geschreven hebben. Complete bouwbeschrijvingen van antennes met gain voor onze 13-centimeterband, daar zit WiFi namelijk, kun je er vinden. En wat te denken van een breedbandantenne voor de UHF televisieband? DVB-T, de digitale TV via de aardse zenders, gebruikt die in zo'n beetje geheel Europa. Van twee lege bierblikjes boven elkaar gemonteerd maak je een perfecte antenne, die door de relatief dikke stralers van de dipool mooi breedbandig is. De lengte is haast perfect, reken en meet het maar eens uit. Maken is ook gemakkelijk, de meeste tijd ben je haast kwijt aan het opdrinken van het bier. Zo wordt zelfbouw weer leuk.

Maar er zijn meer leuke dingen op het web. Langzaamaan dringt de computer onze ontvangers en zenders binnen. Doordat de computer steeds sneller wordt en er steeds snellere en nauwkeuriger Analoog naar Digitaal converters beschikbaar komen, kan er een heel ander concept zendontvanger ontstaan. Alle bewerkingen die wij tot nu toe lieten uitvoeren door fiters, mengtrappen en VFO's, kunnen sinds kort ook in software uitgevoerd worden. Software Defined Radio heet dat. Wie heeft er nog niet van gehoord? En natuurlijk, de geschiedenis herhaalt zich. Toen wij over gingen van buizen op transistoren waren de nieuwe getransistoriseerde ontvangers minder gevoelig, ruisten ze wat meer en liet het grootsignaalgedrag te wensen over. Intussen is dat voorbij, maar datzelfde zullen wij ook weer zien bij SDR. Wie de hele frequentieband van 0 tot 30 MHz ineens wil digitaliseren ziet zich voor grote moeilijkheden geplaatst. Maar het Internet en e-mail bieden steun. De programma's die je er voor nodig hebt zijn daar te vinden, meestal gratis, en je medeamateurs wijzen je de weg mocht je problemen ondervinden. Je hoeft er de deur niet voor uit.

Dat laatste is een groot voordeel. Radiozendamateurs worden ook ieder jaar een jaartje ouder. Het amateurisme vergrijst. Het is dan steeds lastiger om naar anderen te gaan. Soms is er ook een XYL die een continue verzorging nodig heeft. Dat moet natuurlijk gebeuren en je hebt het graag voor haar over, ook al gaat dat over vele jaren; maar het beperkt je overduidelijk in je bewegingsvrijheid. Zelfs het gaan naar de Dag voor de Radioamateur is dan een moeizame onderneming, die veel voorbereiding vergt en waarvoor anderen je moeten helpen. Je computer en het Internet kunnen dit isolement voor een deel doorbreken.

Laten wij daar goed gebruik van maken, want zendamateurs worden relatief erg oud. Bij de OTC, de Old Timers Club, is dat elk jaar weer heel duidelijk zichtbaar. De vorige voorzitter Dick Rollema, PAØSE, memoreerde in dit verband regelmatig een uitspraak van Leo van de Tolen, PAØNP, die gezegd moet hebben: "Maar dat is ook helemaal niet zo verwonderlijk, wij worden iedere dag bestraald; daar zorgen wij zelf voor.

Nu wij het daar toch over hebben moet er mij iets van het hart. PAØNP was een groot voorstander van het correct gebruik van de Nederlandse taal. Wij zien dat er veel te vaak verkeerde woorden gebruikt worden, verwerpelijke verkortingen van waar het in werkelijkheid over gaat. Men heeft het over een "transistor" als een getransistoriseerde radio-ontvanger bedoeld wordt en over een "video" wanneer het over een videorecorder gaat. Zo ook wordt ten onrechte het woord "straling" gebruikt wanneer het over radiogolven gaat. Men moet zich niet vergissen in de impact die dit verkeerd taalgebruik met zich brengt. "Straling" heeft iets bedreigends. Gevoelsmatig verwijst het naar Röntgenstraling, gammastraling, kosmische straling, dus ioniserende straling. Dat is bedreigend voor mensen. Het gevaar van deze golven is dat hun golflengte in de ordegrootte ligt van de afmetingen van de grote moleculen waarvan wij gemaakt zijn. Deze moleculen kunnen dan als dipool de energie opvangen en daardoor verwoest worden.

Radiogolven zoals radiozendamateurs die gebruiken hebben een zeer veel grotere golflengte en zijn niet ioniserend. Onze moleculen hebben daar een véél te korte antenne voor. Daar tussenin zit het licht van de zon. Is dat bedreigende straling? Als je in de zomer op het strand kijkt zou je zeggen van niet. Mensen zijn daar ook op "ontworpen". Onze radiogolven zijn meer dan 10.000 maal zo lang en hebben bovendien een vriendelijk imago. Wij zouden heel consequent dit woord moeten gebruiken wanneer het gaat over wat er door onze antennes aan de ether wordt doorgegeven. Nooit "straling", het zijn "radiogolven".

Het vermogen is geen ioniserende factor. Maakt men 1 watt of 1 kilowatt, dat maakt voor het al of niet ioniserend zijn niets uit. Dat zit alleen in de golflengte.

SDR uit de computer heeft wat betreft die grote vermogens nog een aantal stappen te maken. Er zijn nog geen 400 watt PEP digitaal naar analoog converters. SDR kan een klein signaaltje maken, maar dan moet dat toch weer met dikke transistoren of nog dikkere buizen netjes lineair versterkt worden tot vermogens, hoog genoeg om het met goed vertrouwen aan de antenne toe te voeren. Dat deel, alsmede de antenne zelf en de aanpassing van eindtrap aan de antenne, de ATU, is en blijft voorlopig vol analoog. Het is daarom deste meer verheugend dat op het Internet zeer uitgebreide informatie hierover te vinden is. Zelfbouw heeft in deze regionen nog geen plaats gemaakt voor het zelf downloaden van software.

Nederlandse zendamateurs doen het hier goed. Zij hebben zich het in elkaar zetten van webpagina's, direct in HTML of op welke andere manier dan ook, eigen gemaakt en onthullen via die weg alles dat zij weten en gemaakt hebben aan de nieuwsgierige bezoeker van hun pagina's. Heerlijk is dat, toch? Het web is machtiger geworden dan artikelen in de amateur-bladen. Electron is hooguit een maand actueel, artikelen op het web zijn blijvend toegankelijk. Op deze manier kun je alles dat je weet klaar zetten voor anderen, voor de volgende generatie, voor wanneer ze er aan toe zijn. Zo kun je de vergrijzing verslaan. Uitgebreide en gedetailleerde informatie over het bouwen van zendereindtrappen, baluns, antennetuners en antennes is door hen op het web gezet, eerst in het Nederlands, daarna ook in het Engels. Hun zeer gedegen kennis van deze heel specifieke kennis is van onschatbare waarde voor wie zich daadwerkelijk met radiotechniek bezig wil houden. Zo is dat nu en zo zal dat voorlopig nog wel blijven.

Dames en heren, het verheugt het bestuur van de Stichting Wetenschappelijk Radiofonds Veder dat het Hoofdbestuur van de VERON een radiozend-amateur heeft voorgedragen als Amateur van het jaar 2009, voor wie techniek nog altijd met een hoofdletter T geschreven wordt; een amateur waar de soldeerbout altijd heet is en regelmatig gehanteerd wordt; een amateur bovendien die zijn kennis en ervaring graag met anderen deelt, zowel via zijn webpagina's als in de amateurbladen en daarmee het zendamateurisme blijft verheffen tot wetenschap. En zo hoort het ook. Het Stichtingsbestuur heeft deze voordracht dan ook gaarne overgenomen.

Dan wil ik nu graag het woord geven aan de voorzitter van het Wetenschappelijk Radiofonds Veder, mevrouw Françoise Olthof-Kosters. Zij zal U gaan onthullen wie de titel Radioamateur van het Jaar 2009 gaat dragen.

Mevr. F. Olthof-Kosters, voorzitter van het Vederfonds:

Meneer de voorzitter dames en heren,

Vandaag is het een bijzondere dag omdat de VERON 65 jaar bestaat en het de 50ste dag voor de amateur is. Graag wil ik dan ook iedereen hiermee van harte feliciteren, want zeker in deze tijd waarin iedereen steeds individualistiser wordt, is het heel moeilijk om steeds weer enthousiaste leden te vinden. Het is dan ook een heel respectabele leeftijd voor een vereniging.

Het Vederfonds benoemt al sinds 1962 op voordracht van de VERON een amateur van het jaar. De allereerste amateur van het jaar was dhr Pieter van den Berg PAØVB. In alle oude correspondentie tussen de VERON de het Vederfonds kwam heel duidelijke naar voren dat de amateur van het jaar GEHEIM moest blijven. Dit is tot op de dag van vandaag nog steeds zo en dat maakt het zo leuk. Er is dus nog niets veranderd. Zojuist heeft Klaas Robers zo tussen allerlei andere regels door, al het een en ander verteld over de Amateur van het jaar. Maar niets is nog zeker want wie is het nou echt? Zo dadelijke mag ik de verlossende woorden uitspreken.

Maar eerst wil ik nog wat vertellen over het VEDERfonds.

In 1927 is het Vederfonds opgericht door mijn overgrootvader Anton Veder. Hij was een enthousiaste zendamateur met een brede interesse voor alle gerelateerde ontwikkelingen. Langs deze weg is de gedachte ontstaan mensen die deelnemen aan de ontwikkeling van deze wetenschap te steunen en vooral aan te moedigen.

Anton Veder overleed echter in 1928 op 48 jarige leeftijd en heeft dus zelf nooit een prijs of beloning kunnen uitreiken. Zijn toen 21 jarige dochter mevrouw van Hoboken Veder heeft toen de voorzittershamer overgenomen. Zij heeft dit voor maar liefst 50 jaar gedaan.

In 1929 werd de eerste wetenschappelijke prijs uitgereikt. Bijna elk jaar wordt er een prijs uitgereikt, soms zelfs meer dan één, maar het gebeurt ook wel eens dat er geen Vederprijswaardige voorstellen zijn en dan wordt er geen prijs uitgereikt.

Het bestuur bestaat momenteel uit 10 personen. De bestuursleden hebben allemaal een wetenschappelijke achtergrond en zijn verbonden aan een van de Nederlandse universiteiten en of grotere ondernemingen die zich bezig houden met de te stimuleren onderwerpen. Op deze manier komt het Vederfonds met alle ontwikkelingen in aanraking. Het is goed dat er een instantie is die dat op deze manier doet en hopelijk kunnen wij zo nog lange tijd verder gaan.

Dit jaar hebben we een Amateur van het Jaar die al 50 jaar zeer actief is. Via het al eerder genoemde internet heb ik een kijkje kunnen nemen in zijn shack en dat was erg leuk. Hij nam het initiatief om een website op te starten en te beheren voor alle zendamateurs. Hier kan de amateur voor werkelijk alle tweede hands spullen terecht. Hij heeft veel technische artikelen geschreven, is afdelings voorzitter van de Veron geweest en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan, te veel om op te noemen. Maar het is tijd om de spanning te doorbreken........

Amateur van het jaar 2009 is geworden:

De heer F.H.V. Geerligs, PAØFRI.

Ik verzoek de heer Geerligs naar voren te komen.

Amateur van het jaar 2009: Frits Geerligs, PAØFRI

Foto van Frits PAØFRI

PAØFRI ontvangt de beker en de oorkonde uit handen van mevr. F. Olthof-Kosters

Foto van Frits PAØFRI